Zondag 21 augustus: Op jacht.
Door: Gemengd
Blijf op de hoogte en volg Germen en Jolande
21 Augustus 2016 | Frankrijk, La Marolle-en-Sologne
Maar eerst vandaag. Gisteren cultuur, vandaag natuur. Op ons folder-fiets-kaartje van de Sologne-streek zien we een groen-blauw rondritje, 14 km lang, veel bospaden waar geen auto’s komen. In het spoor van de herten, heet het, en er is zelfs een Maison des Cerfs ergens onderweg. Dus we geven onze witte unit de sporen en rijden naar een leuk beginpunt. Bij een rondrit kun je overal beginnen, en de route loopt langs het Étang de la Giraudière, een meer dat op bordjes wordt aangegeven en dat zelfs op de kaart staat. Daar dus naar toe. De weg wordt steeds smaller en we parkeren daar waar we niet verder kunnen. Het meer zit achter een hek, we lopen er een stukje langs en zien geen bliksem. Dan dus maar op de fiets. Het gaat heel aardig, de bospaden zijn befietsbaar. We zien een wild konijn. Dat is een mooi begin. We laten het maison links liggen, daar zie je ongetwijfeld alleen dooie herten. Dan zakken onze wielen weg in mul zand. Dit is zeer onaangenaam, onze fietsen worden onbestuurbaar; Jolande komt zelfs ten val en wordt bermtoerist. Gelukkig houdt ze er niets aan over. De korte 14 km lijken aanzienlijk langer door dit verschijnsel. We stoppen nog heel even omdat er wel erg veel eenden kwaken achter een schutting: dit blijkt een eendenfokkerij te zijn en de rit wordt weer voortgezet. Foto’s van dit soort eendjes kun je beter maken vanuit een rondvaartboot in de Amsterdamse grachten. Met die jacht schiet het dus nog niet op.
Ondanks dat was het een aardig ritje, maar Germen wil meer vogels. We rijden terug naar Neung, want voorbij Neung waren die zeldzame Waterkippen, een dag of wat geleden, en die kunnen misschien nog beter op de foto. Nog vóór Neung zien we echter eerst bordjes naar een ander meer: het Étang de Beaumont. Typisch Frans: je noemt je meer naar een mooie berg. Er blijkt een schuilhut te zijn waar mensen in doodse stilte foto’s zitten te maken van doodgewone kleine zilverreigers, bisamratten, meerkoeten, wilde en krak-eenden, aalscholvers en één kokmeeuw. Jolande en ik nemen ook plaats, openen zo stilletjes mogelijk een raam, en doen precies hetzelfde. Bisamratten zijn hier talrijk en het gaat ze goed. We verdwijnen weer net zo stil als we gekomen zijn.
Nog beter gaat het de ratten in dat andere water, met die (hopelijk) Kleine Waterhoenders. Daar wemelt het van zowel volwassen als jonge bisamratten. De hoentjes zijn er ook nog, dus klik en klik en zo. Jolande wijst me op drie purperreigers. Twee vliegen er weg voor ze kunnen worden geknipt. De derde is een jong, hij zit zich nijver te poetsen. Hij is nog hoofdzakelijk bruin; het purper moet nog komen. Zijn nek is nog bleek en zijn gezicht ook.
Niks te klagen over de jacht dus. Echt niks? Want je moet niet zomaar beginnen te roepen dat je iets heel zeldzaams hebt gezien, vooral niet als in de boeken staat dat je het Klein Waterhoen kunt hóren als je mazzel hebt, maar bijna nooit zien. Thuis in de computer worden de hoentjes nog eens grondig uitvergroot en bestudeerd. Zijn dat witte veren daar onder die vleugels? En is dat volwassen Gewoon Waterhoen dat er naast zit (zo'n ordinair beest met zo'n smakeloze rode snavel, je weet wel) niet precies even groot als het vermeende zeldzame Klein Waterhoen? Jonge Gewone Waterhoentjes lijken erg op volwassen Kleine Waterhoentjes, ze zijn alleen veel groter en ze hebben wit onder hun vleugels. Dus helaas... Het leven is een stuk Chilisalpeter.
Maar het was een mooi tochtje, we kwamen voldaan weer thuis, de deceptie kwam later. En die Purperreiger is geknipt. En er was nog Calvados.
Wat zullen de honden doen, vannacht?
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley