Rijden maar
Door: Germen
Blijf op de hoogte en volg Germen en Jolande
13 Juli 2018 | Verenigde Staten, Mount Shasta
Rond 9 uur zijn we weg. Eerst de tank vol, dan plannen maken. We willen eigenlijk langs de kust, want ooit hebben we dat met veel plezier gedaan in een zuidelijker stuk van Californië. Dat kost echter teveel tijd doordat de bergketens de verkeerde kant op lopen, dus we beperken ons tot een omweg door Napa Valley, waar al die dure Californische wijn vandaan komt. We stoppen er ook, en bezoeken een supermarkt om eten en zo te kopen. En een fles wijn. Naast Napa County ligt Sonoma County, en de wijn uit Sonoma is haast tienmaal goedkoper dan die uit Napa en bijna net zo lekker, maar veel minder beroemd. Dat zal nog wel komen, dus nu moet je je vol gieten met Sonoma want straks gaat de prijs omhoog. We nemen één foto van wijngaarden, want die lijken allemaal op elkaar en de zon wil niet schijnen.
De belangrijkste snelweg is de Interstate 5, die een eind landinwaarts loopt en Mexico met Canada verbindt. We pikken hem weer op na onze wijn-excursie en rijden de bergen in: Californië’s Central Valley houdt hier op. De tank is dan wederom gevuld; we vonden twee tankstations binnen een kilometer, met prijzen van $4,18 en $3, 46 per gallon. Stel je voor, twee benzinepompen in, laten we zeggen, Nieuw-Dordrecht, die ruim 20% in prijs verschillen! Ach, wij Hollanders zijn veel te veel op de centen. Ik betaal iets teveel, en de laatste slokken benzine stromen over de straat. Ja, dat zit zo: je moet hier vooruit betalen aan de kassa, en zelf maar raden hoeveel je moet hebben; de kassière (m/v) zet dan de pomp vrij tot het betaalde bedrag. Ik meende dat er wel voor 35 dollar in zou passen, maar dat was dus een tikje teveel. Als echte Hollander probeerde ik het er toch in te persen, maar zo’n brandstoftank is niet van elastiek.
Ach, het verdampt wel weer. Voort gaan we. Lunch langs de weg, een have kilometer van de highway om uit de herrie te zij. Alles loopt dood, en we eindigen naast een soort autosloperij voor vrachtwagens. Zitten kunnen we er alleen op een betonmuurtje waar een stalen balustrade op vast zit, en die heeft weer gediend als voeder- en verzamelplaats voor alle zwaluwen van de streek. Kortom we eten in de herrie in een openbaar toilet. Geeft niks, het duurt maar even en je vertrekt in elk geval met een gevoel van opluchting.
Langs de kant staat een bord: when lights are flashing, tune your radio to AM 1610 and listen to traffic warnings. De lichten flikkeren, dus ik doe de radio aan en vind de aangegeven frequentie. Er zijn wegwerkzaamheden langs de Interstate 5, vanaf 24 mijl Noord van Pollard Flat, ter hoogte van Dunsmuir en verder, met een verwacht oponthoud van 1 uur. Ik laat de boodschap vier-, vijfmaal herhalen (deze zender doet niets anders) tot we de woorden hebben begrepen. Wij willen naar Dunsmuir, en niet verder, en we hebben geen zin in 1 uur oponthoud. Maar we zijn volgens een verkeersbord nog 22 mijl van Dunsmuir, en juist voorbij Pollard Flat, en Miepie (lang leve Miepie) zegt dat we nog slechts 20 mijl te gaan hebben. Dus onze afslag van de Interstate 5 komt vóór de wegwerkzaamheden. Sommige mensen komen nog eens van geluk onder de trein. En inderdaad: er verschijnen zorgwekkend veel pionnen op de snelweg, maar we kunnen er nog net af. Exit 732, genummerd vanaf de Mexicaanse grens.
Ons onderkomen is simpel maar okay. We strekken de benen d.m.v. een wandeling naar een watervalletje, dat samen met mij op de foto mag. Onderweg halen we twee mensen in. Als we terug zijn, zien we die opnieuw: ze bivakkeren naast ons. Waar gaan jullie eten? In “the Brewery” soms? Ja, die is ons aangeraden door de bazin van dit motel. Een mijl lopen, die kant op. Okay, we gaan samen, gezellig. (Zo snel kan het gaan). Het blijkt veel verder te zijn; Nick, die slecht ter been is, geeft geen mening, maar mijn voeten klagen dat het wel vijf mijl lijkt en ze moeten ook nog terug. Suzan heeft geen moeite, en we proberen allemaal om niet te veel over onze ouderdomsverschijnselen te praten. We eten erg lekker en enkelen van ons drinken het ter plekke gebrouwen bier, waar ook helemaal niets aan mankeert. Dan weer terug, nogmaals vijf mijl*. Het is wat te zeggen. Geheel voldaan wisselen we adresgegevens uit en verdwijnen in onze respectievelijke kamers. En bedden. Geen airco, en dat hoeft ook niet. Er staan hoge bomen over alles heen.
*: Volgens mijn onderdanen**
**: Het waren er 1,7 volgens het stappenmetertje van Susan, onze buurvrouw***. Waar zeur je over?
***: Heb je wel gezien wat een grote stappen Susan neemt?
-
14 Juli 2018 - 20:24
Liset:
Lang, lang geleden was ik ook eens in Oregon. Ik vond het daar wel aangenaam. Dat was ook de plaats waar we onze auto (indertijd gekocht in Maine) op de brug lieten zetten. Alle monteurs werden erbij geroepen. Zoveel roest hadden ze nog nooit gezien. Van pekelen hadden ze nog nooit gehoord, dus het was heel bijzonder.
We maakten toen ook van de gelegenheid gebruik om eens naar huis te bellen. Dat hadden we na ons vertrek vanuit Maine, zo'n 6 weken eerder niet meer gedaan. Ze waren blij verrast iets van ons te horen. (understatement, denk ik).
Zo zie je maar wat zo'n reis van jullie los maakt. Tegenwoordig elke dag uitgebreid verslag, toen een enkel ansichtkaartje :-)
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley