Dinsdag 24 september - Afscheid van de poeszta.
Door: Germen, aanvankelijk. Jolande daarna
Blijf op de hoogte en volg Germen en Jolande
24 September 2013 | Hongarije, Hortobágy
Gisteravond heb ik op basis van Lonely Planet recensies een hotel gereserveerd in Boedapest, ons doel voor vandaag. Vanochtend de tweede aluminium-verpakking (heet dat een blikje?) kattenvoer uitgedeeld: die kleine schrokt 80% naar binnen voor ik het in de gaten heb, de rest is voor die witte. Vannacht hebben ze beurtelings op mijn voeten geslapen: de binnentent hangt op het voeteneinde van ons bed, en het doek hangt daar slap, dus als kat klim je daar op voor een heerlijk zacht plekje. Die witte klimt geweldig, die is de hele binnentent op en neer geweest achter de lichtvlek van mijn zaklampje aan.
Dan afbreken, of als je wilt: opbreken. Dieter levert gelukkig de gevulde gas-tank (het streepje is essentieel, anders lees je ga-stank). Het hotel e-mailt terug dat het creditcardnummer niet klopt, mar dat ze wel een kamer hebben. Of we nogmaals de gegevens willen doorsturen. Op klaarlichte dag is dat een stuk eenvoudiger dan ’s avonds met behulp van een zaklampje. Voor de zekerheid geef ik beide mobiele telefoonnummers op. De poezen zijn verkast naar de vriendelijke buren. Er is al een kleine welles-nietes discussie aan de gang of de poesjes mee naar huis mogen. Zij is van de welles, hij van de nietes. We hopen stiekem dat zij wint, dan hebben die twee kleinen een prima thuis. Om 10:10 uur rijden we de kemping af, Noordwaarts, de vlakten uit en de bergen in. Die moet je toch ook gezien hebben. Er moeten grote diepe bossen op staan, maar die vind je niet tenzij je doodlopende, slecht verharde weggetjes neemt. Wij zijn wel tevreden met een bos hier en een akker daar, het golft en heuvelt best leuk. Er zijn hier nauwelijks beschermde gebieden en de vogels zijn navenant schaars en bang. Ons schema laat geen grote omweg naar het NO toe, waar het Bükk-gebergte wel een Nationaal Park heeft, met beren, wolven, goudjakhalzen, wisenten en andere mensen-etende engerds die ik nimmer voor de lens krijg, en die ik toch niet mag publiceren.
Nee, het gaat nu eerst naar Boedapest, via Eger, want je moet ook aan je culturele dinges denken. Eger valt tegen maar heeft wel koffie en sanitair, en parkeren is er goedkoop omdat ik geen pasmunt voor de meter heb. We struinen even over de markt, kijken mensen, lopen door een paar oude straatjes, en bedenken dan dat we misschien maar beter naar de auto terug kunnen om een boete te vermijden. Op weg naar Boedapest stoppen we nog even voor een wandeltje. Verbazend, hoe veel herfstkleuren er in de afgelopen week bijgekomen zijn. Verder schieten ze hier volgens de bordjes met scherp. Niets van gemerkt. Boedapest is enorm, we benutten nu het snelweg-vignet dat ik gekocht heb. Straks als we huiswaarts snellen, doen we dat nogmaals, en het kost 8 Euro of zoiets.
Het grootsteedse spitsverkeer is de gewone grappige heksenketel, waar de wet van de jungle afgewisseld wordt met het recht van de sterkste. Een buitenlands nummerbord en een zeer vuile en zeer gewone auto zijn troeven in dit kaartspel, plus natuurlijk mijn dominante oogopslag, die me in staat stelt om me overal tussen te wringen – zonder getoeter en natuurlijk zonder krassen op de fietsen, die het verst uitsteken en dus de klappen zouden moeten opvangen. Het hotel ziet uit over de Donau en onze kamer ook, onvoorstelbaar decadent eigenlijk, te meer gezien de prijs. Jolande speurt in een gids naar eetgelegenheden, want het hotel heeft geen restaurant. De keus binnen loopafstand lijkt te zijn: Belgisch, Koreaans, iets met alleen maar vis, of iets met heel vlees vlees. Maar het gidsje heeft al geselecteerd dus er zijn zeker meer tentjes dan er in staan, en we gaan maar gewoon een eindje lopen.
Op nog geen 100 meter afstand in een zijstraatje vinden we een restaurant dat er dichtbevolkt uitziet. Altijd een goed teken. De prijskaart is redelijk, de gerechten Hongaars, en het ziet er redelijk gezellig uit, dus wat zullen we verder lopen. Weliswaar geen Lonely Planet choice, maar voor ons vanavond prima. Germen eet gevulde kalkoenborst, en ik varkenssnitzel met eendenlever en dillesaus, een combinatie die ik zelf nooit zou hebben bedacht, maar prima smaakt. We zullen ongetwijfeld touristenprijzen betalen, en het kan vast veel beter, maar voor ons is het prima. Germen valt voor een T-shirt met een roze olifant en de tekst “delirium”. Ik vrees dat we daar morgen nog achteraan moeten, want ze schijnen te koop te zijn. Verder hebben we al een dakloze bus gezien, dus met dat sightsee-en komt het ook wel goed. In elk geval is ons uitzicht vanuit onze hotelkamer overweldigend, over de Donau, met een prachtig beeld van zowel een oude brug als het parlementsgebouw. We kunnen het niet nalaten om nog even wat plaatjes te schieten.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley