Vrijdag 19 mei: Kis Balaton.
Door: Jolande
Blijf op de hoogte en volg Germen en Jolande
19 Mei 2017 | Hongarije, Cserszegtomaj
Belangrijke zaken eerst. Na het ontbijt gaan we eerst naar Keszthely, de eerstvolgende grotere plaats, waar volgens oom Zoltan een opticien is in de hoofdstraat. Die vinden we, de vriendelijke man legt me uit dat hij beter nieuwe pootjes aan mijn bril kan maken, omdat dan de afstand tussen de glazen ten opzichte van mijn pupillen niet veranderen. Er zit een cilinder in, dus dit is beter. Ik vind het allemaal best, als het ding maar weer functioneert. Ik laat hem achter, om half 5 kunnen we hem weer ophalen.
Het is warm. We parkeren een uur later in de vrije natuur en fietsen langs Kis Balaton (= klein Balaton) op zoek naar vogels. We vinden alleen de “gewone”: eenden, zwanen, rietzangers en meer van dat spul. Geen kwakken, waar we de vorige keer dat we hier waren in de herfst heel veel jongen van zagen. Maar het is heerlijk op de fiets, dus niets te klagen. Er is niet ergens een broodje te krijgen, en we hebben ons niet goed voorbereid. Dus eten we een ijsje, dat zijn ook calorieën, en laden de fietsjes weer op de auto. Wat nu?
Laten we naar het buffelpark gaan. Dat stond ergens op de kaart en op een wegwijzer, het zou niet zo ver moeten zijn. Zo gezegd, zo gedaan, we gaan naar de buffels, betalen onze entree, en gaan aan de wandel. Dit is beter. We zien al snel massa’s oeverzwaluwen en een aantal bijeneters. Die hebben het gemakkelijk hier, want er staan enorm veel bloeiende acacia’s die helemaal zwermen van de bijen. En natuurlijk zijn er buffels, niet te verwarren met bizons. Deze buffels stammen af van de waterbuffels, zijn tam en werden gefokt als trekdieren. Het is onbekend of ze naar Hongarije (toen: Pannonië) kwamen bij de grote volksverhuizing (6e eeuw) toen de Avaren zich in deze streek vestigden, of dat de Hongaren ze zelf hebben meegebracht in de 10e eeuw.
De boerderij die deze buffels in stand houdt, heeft ook een grote kolonie soesliks. Dat zijn grondeekhoorns, schattige beestjes die uitgebreide tunnel-systemen graven waarin tot wel tienduizend exeplaren kunnen wonen. Ze horen hier thuis, op de oosteuropese steppe, maar ze zijn bijna uitgestorven. Hier zijn ze helemaal aan mensen gewend, ze spelen er samen, en slechts hier en daar zit een ééntje waakzaam rechtop.
We besteden nog een prettige twee uur in het park en gaan dan terug om mijn bril te halen. Dat lukt. Er zijn keurig twee nieuwe pootjes aan gezet, de beste man heeft zelfs kans gezien om er netjes bijpassende aan te zetten. Helemaal blij. En het kost al met al ongeveer 20 pop. Het leven hier is onwijs goedkoop. Je kunt uit eten voor ongeveer 5 Euro per persoon (exclusief de wijn, dat wel).
Dan naar een supermarkt, ik heb beloofd te koken. Terug drinken we nog even een biertje, en daarna ga ik de keuken in. Ik blijkt de eerste gast te zijn die ooit heeft aangeboden om te koken. Vreemd. Mensen van diep in de tachtig laat je toch niet al het werk opknappen? De dienst wordt in dank aanvaard. En omdat oom Zoltan problemen heeft met zijn kunstgebit eten we pasta en gestoofde venkel.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley