Maandag 22 mei: Zechlinerhütte.
Door: Jolande
Blijf op de hoogte en volg Germen en Jolande
22 Mei 2017 | Duitsland, Zechlinerhütte
We hadden bedacht dat het leuk zou zijn om naar de Mecklenburgische Seenplatte te gaan en daar wat rond te kijken. Het is prachtig weer, en kamperen is dan toch wel erg leuk. De afstand is niet meer enorm groot, we zouden er dus rond de (late) lunch kunnen zijn. Maar we moeten langs Berlijn, en de weg is overal opgebroken. Het schiet dus niet op. Files alom. Ik baal. Als we eindelijk langs alle wegenleed zijn ontdek ik dat we veel beter de andere kant rond Berlijn hadden kunnen gaan. In elk geval korter, en misschien ook minder filerijk. Niet goed wakker na die onrustige nacht. Maar we vinden een camping in het bos aan een klein meertje. We waren al een keer in Schwerin, en al een keer in Plau am See, beide keren aan een wat groter meer. Maar er zijn ook gebieden met heel veel kleine meertjes, en dat is dit keer ons doel. En zo komen we in de buurt van Rheinsberg. Die bergen hier moet je er bij denken. Het zijn hele kleine plooiingen in het landschap. Onze camping heeft geen luxe. Er is een toiletgebouw waar je een pasje voor krijgt, we kunnen onze koelelementen laten invriezen, en er is toegang tot het meer. Daarmee heb je wel ongeveer alle luxe gehad. Maar er zijn heel veel bomen wat erg prettig is met deze warmte, en het is er prachtig stil. De vogels maken hier het geluid: overdag de merels, ’s avonds het doffe geroep van roerdompen. Af en toe horen we ook kraanvogels. We zitten hier best. Als we de tent inrichten komen we tot de ontdekking dat we een slaapmatje in het hotel hebben laten liggen. Ook al niet best voor mijn humeur. Ik heb de spullen ingepakt. Moe en boos, we doen een spelletje. Ik verlies. Doet er niet toe, eerst maar eens slapen.
Noot van de redactie: Als Jolande uit haar humeur is, is ze veel minder negatief dan de redactie. Haar waarde gaat koralen ver te boven. Ditmaal was de redactie helemaal niet boos; files op de BAB zijn nog minder voorspelbaar dan het weer in Drenthe, en ik had goed geslapen, en er waren voldoende pepermuntjes aan boord. O, en er waren geen uilen op de camping. Die bleven aan de Adriatico wel eindeloos zeurderig doorgaan (toet....tuut....toet....tuut), maar het had toch iets aparts. En die Hütte, die was vast al lang ingestort, en wat een Zech is en waarom hij/zij/het iets met liner te maken had, dat zal wel niet meer bekend zijn.