Alweer mooi weer!
Door: Germen
Blijf op de hoogte en volg Germen en Jolande
01 Augustus 2015 | Verenigd Koninkrijk, Lancaster
Malcolm zoekt een koffietent op, Jolande en ik wandelen langs het water van de baai. Er gaat een sirene om te waarschuwen voor de vloed, die hier gevaarlijk snel opkomt. Niet dat je opeens wordt verzwolgen; het water begint alleen erg hard te stromen langs de kust, op weg naar de uitgestrekte landinwaarts gelegen delen van de baai. De kentering wordt luister bijgezet door een bescheiden ‘bore’, een soort vloedgolfje van inkomend zeewater dat over het uitstromende rivierwater valt; deze rollende golf verplaatst zich sneller stroomopwaarts dan wij kunnen wandelen. Wie nu nog ergens daar op de zandplaten loopt, heeft een ernstig probleem.
Weer thuis voor de lunch, dan met Val maar zonder Malcolm naar een korenmolen met een waterrad, op een plek waar een rivier omlaag valt over een dam, met een hoogteverschil van een meter of vier. Het hele principe lijkt op dat van een windmolen die op de kop staat. De geweldige houtconstructie die de vier sets van molenstenen draagt, dateert uit de tijd van bonnie Prince Charlie Stuart (1720-1788). Hij is net zo zwaar als het gebint waaraan ze kerkklokken in torens hangen. Hij werkt ook nog, maar nu even niet. Er is ook een 100kW generator, aangesloten op een Kaplan turbine die wordt gevoed door een nieuwe water-inlaat. En er vliegen ijsvogels. We laten ons alles uitleggen door een man die er werkt, dit geeft Val de kans om in de auto een boek te lezen voor haar leeskring, iets dat door ons bezoek in het gedrang is gekomen.
Thee, weer thuis, op het terras, in de felle zon. Er is een avondprogramma, dus dit verhaal is in twee delen, al zien jullie dat niet. Even nietsdoen, dan lekker eten uit de slow cooker, met al weer een schaal vol zacht fruit uit de tuin als toetje (frambozen, aardbeien, wilde aardbeien).
In de schemering nog even naar Jenny Brown’s Point, een soort uitzichtpunt over de zandvlakten van de baai. Zitten op een keihard bankje (ondergetekende niet; die klautert liever over de ruige rotsen tot hij bij het natte zand staat, waar hij zich herinnert dat er bordjes staan die waarschuwen voor drijfzand, dan klautert hij maar weer terug). Dan langs hetzelfde veel te smalle weggetje terug naar het dorp en nog even naar een ander stukje pseudo-strand. Waadvogels in het schemerdonker, met geluiden die de Waare Haere Schaere goed kent. Er lopen een paar andere mensen, waaronder een lokale vogelaar, aan wie ik mijn Zwarte zee-eend moet laten zien, dan kan hij worden bijgeschreven in de lokale logboeken. Toe maar! Ik zeg: het was m’n eerste. En omdat ik graag mijn gedegen kennis wil laten doorschemeren, voeg ik er aan toe: een enkele zee-eend is niet alledaags; ze zijn volgens Collins meestal in grote troepen. Malcolm’s vriend zegt: ach, je weet: vogels doen niet altijd wat er in de boeken staat. Ik mompel iets over gierzwaluwen, waarvan er een minderheid niet trekken maar in Zuidafrika blijven. De vogelman zegt: ik hoop dat er gierzwaluwen gaan nestelen in die spleet. Zijn vrouw zegt: daar gaat er eentje. Man: O, hij ging er in! Het licht is meer iets voor vleermuizen, maar je vogelt of je vogelt niet. Waarin? Daar onder dat dak. Ik richt de toeter, al kan ik al lang niks meer schieten. Er kleeft poep aan de muur, onder de spleet tussen het dak en de muur. Als er zo veel poep zit, zijn ze dus al in de spleet geweest! Misschien om de plek te claimen voor volgend jaar?
Zulke gesprekken voeren ze, die vreemde vogels.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley