Zaterdag 21 september – Verjaardagskadootjes.
Door: Baba
Blijf op de hoogte en volg Germen en Jolande
21 September 2013 | Hongarije, Hortobágy
Wat heb je nou nodig, als vogelgek, om succes te hebben op zo’n trip? Een diepgaande kennis van de vogels? Nou, dat valt wel mee, al helpt het om bijvoorbeerld te weten dat je ze niet onder water hoeft te zoeken. Behalve dan de waterspreeuw. En dat ze kunnen vliegen, en goeie ogen hebben, en schuw zijn. Vooral op de Hongaarse vlakte. Wat dan wel? Een grote dure toeter? Die is ook facultatief; vele vogelioten sjouwen met een telescoop en maken geen plaatjes. Voor jullie lezers zou dat natuurlijk wel een ander effect opleveren. Dus laten we zeggen: een camera met een lange lens. Voorts een boekje om op te zoeken hoe een vogel heet, foto of geen foto, anders praat het zo lastig. En wellicht een auto, want anders kom je niet eenvoudig op vogelkansrijke plekjes. Een paar redelijk goeie ogen en oren, da’s wel handig. Maar er is nog iets waar geen Baba buiten kan: een Alie. Nauwlijks rijden we Tiszafüred uit en de vlakte in of Jolande roept: wat loopt daar? Ik stuur net de auto door een bocht, en wacht op nadere info op het rechte stuk. Na een kort vraaggesprek begrijp ik dat we even terug moeten, en we zien vier kraanvogels uit de mais komen. Eentje houden we zelf, de andere drie zijn voor jullie. Ze staan er een tikje onvast bij, alsof ze het gisteravond een beetje te bont hebben gemaakt, net als die kraai aan dat drooggelopen meertje bij Wermsdorf. De zon is ook wel een beetje heftig.
Ons doel vandaag is een ontmoeting met een gids, en die is pas ’s middags, dus we cruizen wat door het landschap en klimmen wat op uitkijkplatforms. Een buizerdje hier, een uitschuifkeesje daar. Dit kortbeenwezentje holt dapper met ons mee bij een korte voettocht. Hij vernieuwt zijn bakens bij elke opgerolde baal hooi, en als we ons omdraaien om terug te gaan zet hij de sokken er zodanig in dat het begint te stuiven.
Dan naar het dorp Hortobágy, waar ze de oudste brug van Hongarije hebben, met negen bogen, en daar mag alle verkeer overheen zonder maximumgewicht. Die middeleeuwers konden er wat van. Er is een soort markt bij de brug, in een soort openbaar groen, en er staan bronzen beelden, en er is een openluchttheater, en een enorme vliegkooi met ooievaars en roofvogels (samen; vermoedelijk smaakt ooievaar niet lekker). Hoog boven dit alles vliegen honderden roeken, zo hoog dat ik pas vanavond op het computerscherm ga zien dat het er vele malen meer zijn dan ik er door de zoeker van mijn toeter zie. Waar ze mee bezig zijn, wordt ons in het hiernamaals misschien geopenbaard.
Dan weer verder na een blik op de kaart. Bij een platform brood smeren. Twee Belgen en twee telescopen stappen uit een gele VW-bus. We babbelen met de Belgen, die ons tippen over een kolonie roodpootvalken vlak bij de plek van dat hondje. Wij terug, zoeken zoeken, het begint te regenen, we horen valkjes maar zien ze niet. Even in de auto schuilen. Dan zien we ze wel. Maar te ver weg. Zo ver dat je de plaatjes niet met goed fatsoen kan publiceren. En ze hebben nog wel zulke schattige rode pootjes.
Dat ‘te ver weg’ geldt ook voor de grote trappen. De gids rijdt ons er in zijn 4wd achteloos in tien minuten naar toe, hupsakee het landschap in, hotsbots door kuilen en langs greppels, geen karrenspoor meer te bekennen. Hij tuurt wat door een kijker en zegt dat het er tien zijn. Jolande en ik zien helemaal niets, maar de man stelt zijn telescoop voor ons op en we zien ze wel, alle tien, plus twee reetjes. In Spanje kon je van de trappen nog zeggen: beetje ver weg. Hier is het: over de Roemeense grens. Geeft niks. We kijken en kijken, ik schiet toch maar wat plaatjes. Er hangt een tapuit rond in het groepje bomen waar de 4wd staat, en er vliegt een zeearend boven Moldavië. We praten over vogels, en krijgen tips over goede plekken voor kraanvogels, want vier, dat is maar niks. We leren ook hoe dat zit met al die jonge kwakken: de volwassen vogels zijn al naar het zuiden. Mochten er dus onder ons publiek nog mensen zijn die Selma Lagerlöff geloven: doe dat niet. Akka van Kebnekaize vliegt helemaal niet vooraan en leert de jonge ganzen helemaal niet waar ze naar toe moeten. Bij ganzen is het nog erger dan bij kwakken: de jeugd vliegt vooruit, hun instinct is sterker dan dat van hun ouders!
De gids heeft verteld waar de kraanvogels overdag fourageren en dat ze om 16:30 verkassen naar hun nachtrustplek in ondiep water. Om 16:30 turen wij vanaf een platform de aangegeven vreetvlakten af: geen vogel te zien behalve een brutale leeuwerik op het weggetje. Het landschap is vol koeien met bijbehorende cowboys en honden. De laag staande zon tovert prachtige felle kleuren uit het gele gras, maar er steken geen vogelkoppen bovenuit. Home, James, and don’t spare the horses. Morgen komt er weer een dag. We leggen nog even aan bij de Tesco en komen weer bij de tent aan. Biertje?
We eten op de kemping, waar Dieter in de keuken staat. Er is ook een eettent met een lichtreclame net buiten de achterpoort van de kemping, maar die ziet er ongezellig uit met een soort grote aangebouwde serre met een stelletje TL-buizen. Dus terug en met een zigzagboog om het wc-douche gebouw naar het restaurant van Dieter. Dat ziet er door het raam veel beter uit. Als we er eenmaal gezellig aan een tafeltje zitten, valt het ons op dat er aan de buitenkant van de gezellige ruimte een soort serre is aangebouwd, die verlicht wordt door een paar TL-buizen.
-
22 September 2013 - 12:55
Liset:
Dit is de eerste bijdrag die ik zie. Gelijk verkocht ivm het aantal en de verscheidenheid aan vogels. Later maar eens horen hoe je een gids regelt enzo. Of staat dat in voorgaande stukjes? Dart ga ik nu even bekijken.
Dit valt allemaal onder studie ontwijkend gedrag. . . . :-)
-
22 September 2013 - 13:15
Hannes:
Als ik niet zo enorm was geteisterd door de buikgriep (daar krijg je een bepaalde fixatie van, kan ik melden. Maar geen griezelige dingen in dit verslag heb ik gelezen.) dan haddik heuswel voortdurend erdoorheen gekletst.
Ik heb de achterstand even ingehaald, dus blader even terug, anders leest niemand mij |<:(
Ik vind het nu al geweldig kwa inhoud, stijl en vorm, en ben ontzettend benieuwd naar de geredigeerde en gebonden versie.
-
22 September 2013 - 13:24
Hannes:
Zijn dat olifantevellen op de toeristenmelkerij? Net rechts van de Navahodekens en links van de vaquerojasjes? -
22 September 2013 - 13:26
Hannes:
Schande over mij, en mijn pogingen tot humor. En hartelijk gefeliciteerd grote broer!
(ik ben nog wat koortsig geloof ik) -
22 September 2013 - 14:58
Liset:
Gefeliciteerd Germen, we hebben het gisteren gevierd. Ahum nee hoor. Gewoon zonder bril naar de WC, dan mis je alle belangrijke verjaardagen.
Onze Doortje is nog altijd op zoek naar een koeievel voor haar vloer. Dus als je een beetje groot, keurig exemplaar tegenkomt, laat het weten. Misschien vraag ik wel of er nog ruimte is in de Octavia ;-)
-
22 September 2013 - 15:01
Liset:
Oh, en ik zal het nu wat beter volgen. Anders is de lol van het schrijven ook niet groot. Je schrijft om gelezen te worden, nietwaar?
Dan zorg ik wel voor commentaar.
-
22 September 2013 - 18:31
Germen En Jolande Postma-Schoemaker:
Die parken hebben een info-centrum en daar hebben ze de telefoonnummers van die gidsen en die hebben een 4wd en een vergunning en een telescoop.
We hebben Hannes geheel en al gelezen, goeddeels begrepen, en ook nog beantwoord, zodat nu iedereen elke dag alle dagverslagjes moet gaan checken. Snap je nu dat de advertenties in de marges best wat opleveren? Die tastbare en opgeschoonde versie, dat zien we nog wel; de Maere mag niet dikker dan de hoogte van de gemiddelde brievenbus-spleet.
Dat zijn inderdaad de pelzen van de hier tot voor kort levende witte wolhaarolifant. Een Hongaar werd pas tot kerel verklaard als hij eerst met zijn blote handen zo'n dier had gevangen en gevild. Dat moest in de winter; 's zomers zijn wolhaarolifanten roze, net als bij ons. Ze worden hier inmiddels een beetje schaars, dus veel kerels zie je hier niet meer. Het heeft wel een zekere cowboy-cultuur doen ontstaan, en ze zijn hier nog steeds indrukwekkend goed met paarden en met zwepen. Daar kon je les in krijgen op die markt: heel hard knallen.
Liset, dat vind ik nou dapper. Het lijkt me ijselijk koud aan de onderkant, zonder bril naar de WC. Waarom wil Dorus een koeievel op de vloer? Een Bengaals Tijger maakt veel meer indruk. Maar we komen hier wel reuze lieve koetjes tegen, zwart met een leuk stukje extra lang haar op de flanken.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley