Zondag 14 mei: Kraljevica.
Door: Jolande
Blijf op de hoogte en volg Germen en Jolande
14 Mei 2017 | Kroatië, Kraljevica
Van een aardige Nederlander op de camping krijgen we de tip om naar de kwikmijnen in Idrija te gaan, in de richting van Ljubljana. Dat was niet bepaald de richting die ik in mijn hoofd had voor de Adriatische/Dalmatische kust, maar volgens Germen zijn het allemaal kleine afstanden en het zou zeer de moeite waard moeten zijn. Nou, vooruit dus, op naar Idrija. Op de camping is het nog zonnig, maar de wind is gedraaid en komt nu vanuit het oosten. Boven de bergen hangen donkere wolken. Daar gaan we heen. Geeft niks, onder de grond zullen we weinig last van regen hebben. Het blijkt al snel dat ook kleine afstanden aardig wat tijd kunnen kosten, we halen nog geen 40 km per uur in de bergen, en Slovenië bestaat vooral uit bergen. Maar na een koffie op een rustig plekje komen we rond half één toch ter plekke. Nu alleen nog even uitzoeken hoe we bij die mijnen komen. En dat lijkt eenvoudiger gezegd dan gedaan. We rijden wat rond, krijgen allerlei aanwijzingen naar mijnen en zien helemaal niets dat er op lijkt. We stoppen bij een soort plattegrond die meer van een Anton Pieckkaart heeft. Het drupt nog wat, maar de regen van onderweg is vrijwel opgehouden, dus neem ik even de tijd om het geval te bestuderen. Het zegt me allemaal niets, en we besluiten de informatie te gaan zoeken. Eerst het dorp weer uit om te zorgen dat we de pijlen kunnen volgen die we bij onze binnenkomst hebben gezien, maar nu natuurlijk allemaal met hun rug naar ons toe staan. We beginnen gewoon opnieuw. En dan zien we opeens iets wat we ongetwijfeld eerst over het hoofd hebben gezien: tourist mine. Daar moeten we wezen. Het is inmiddels kwart over één. De eerste tour is om 3 uur ’s middags. Ruim de tijd dus om te lunchen. We zoeken een plekje buiten de bebouwing langs een riviertje. Om half 3 vertrekken we weer richting Idrija en zijn keurig op tijd voor de rondleiding. Het is allemaal erg interessant. We zien hoe beroerd de omstandigheden waren, snappen helemaal dat de mijnwerkers niet veel ouder dan 40 werden, want kwikt is ongelofelijk giftig. Blijkbaar was er weinig anders te doen, anders zou je hier toch niet aan beginnen? De vrouwen trouwden meestal meerdere keren, maar het aanbod was uiteraard nogal klein met de korte levensverwachting. In 1995 is de mijn definitief uit gebruik genomen. De opbrengsten werden te klein ten opzichte van de kosten. Wel is het nog een toeristenattractie. Bij onze rondleiding zien we de gangen, het erts (cinnabar is mooi rood gekleurd vanwege de kwiksulfide), en zelfs gewoon kwik in de metaalvorm, die als kleine druppeltjes uit het gesteente komt siepelen. Het is allemaal zo’n 230 miljoen jaar geleden ontstaan door vulkanisme in de streek en daarna het plooien van de aardkost in verschillende lagen en breuken. Idrija ligt op een breukvlak, twee brokken aardkorst schuiven langs elkaar, 3 mm per jaar. Dat is al aardig lastig voor de gebouwen en er is niets aan te doen. Veel erger was de bodemdaling door de mijnbouw: op het hoogtepunt van de aktiviteiten was dat 7 centimeter per jaar (en denk maar niet dat de staat, toen eigenaar van de mijnen, je huis kwam repareren of compensatie gaf). Men heeft het overgrote deel van de schachten en tunnels inmiddels weer volgestopt, maar desalniettemin zakt het toch nog een aantal mm per jaar.
Om half vijf komen we de mijn weer uit, en moeten nu nog steeds naar die Adriatische kust voor een camping. In het binnenland zijn er maar erg weinig. Het wordt nog een stevige rit. Onderweg de prachtigste bloemkolen van stapelwolken en om 7 uur rijden we de camping bij Kraljevica op, in Kroatië. Het is een enorm geval, met veel herrie. Zondagavond, het leven is in volle gang. Verder hebben we de nodige olieindustrie in de buurt, niet de mooiste plek om te overnachten, maar we willen niet verder omdat het anders te donker wordt met het opzetten van de tent.
Gelukkig wordt het na een uur of negen rustig, en horen we alleen nog (alwéér) de toet-toet-vogels. We eten laat, kruipen in bed en zetten dit keer geen wekker. Morgen zien we wel weer.