8 november 2017
|
Door:
Germen
Aantal keer bekeken
116
Aantal reacties
Port Charlotte,
Verenigde Staten
a
A
Woensdag 8 november – Charlotte Harbor Preserve St
Het is te merken dat we al een week lang erg veel nieuwe en onverwachte indrukken opdoen. Jolande is bovendien (begrijpelijk) niet helemaal senang, al gaat het gestaag beter. Dus als we vanochtend lekker achter het huis zitten met een kopje koffie, in de heerlijk koele ochtend, met gevlekte eenden in het water en eekhoorns in de bomen, kost het ons moeite om daar mee op te houden. Nog een kopje koffie schat? Graag schat. Enz.
Maar ja, dat kan natuurlijk niet. Al die vliegtuigbrandstof, en die benzine (al kost die maar 57 eurocent per liter hier) mogen niet voor dit soort luilakkerij verstookt zijn. Dus komaan, sta op, de paden op, de lanen in, met boodschappenlijst, insectenafbijt, zonnesmeer, camera’s, kijker, en goede bedoelingen. Port Charlotte ligt aan Florida’s westkust, dus aan de Golf van Mexico, aan een baai die Charlotte Harbor heet. Grote delen van het land aan de baai zijn ingepikt door speculanten in onroerend goed en ‘aantrekkelijk’ gemaakt voor de verkoop in perceeltjes, dus grondig bedorven. De laatste restjes van de oevers zijn nét op tijd door de Staat Florida opgekocht en tot State Park verheven. Charlotte Harbor Preserve State Park. To preserve = tegen bederf beschermen.
Dit park bestaat uit losse stukjes, en we gaan er maar eens een paar bekijken. Eerst een gebiedje vrij ver landinwaarts. Catfish Creek Trailhead. Een korte rondwandeling door struikgewas, er beweegt alleen een gier in het blauw boven ons. Slokje water, en naar een andere plek. Hier rijden we naar toe via een splinternieuw geasfalteerde weg door zo’n toekomstige nieuwbouwwijk. De recessie heeft duidelijk roet in iemand’s eten gegooid. Er staan nog maar drie van de drieduizend huizen, de rest is grasland met gemaaid onkruid. Er staat een hek omheen. In het park, dat we door een opzettelijke opening in het hek kunnen betreden, zien we een stel goudvoorhoofdspechten en een spotlijster, plus dezelfde gieren. Het onkruid staat hier hoger, en er zitten stekelige zaden aan die zich haast onwrikbaar in mijn sokken ingraven, en die Jolande met pijn en moeite uit haar sandalen moet peuteren. Eerst pak je ze beet (au!) en haalt ze los, dan trek je de stekels uit je vingers en je likt het bloed af. Slokje water, en verder maar weer.
De ingang van de baai heet Boca Grande (grote bek) en er is daar een landtong tussen de Golf van Mexico en de Harbor. De landtong is een reeks eilandjes. Tol betalen voor de brug, en aan het eind van de geheel ‘ontwikkelde’ landtong betaald parkeren bij een State Park van 1000 x 50 meter groot, langs het strand. Het zand is zo wit, witter kán het niet, dus we krijgen de zinderende zonnegloed dubbel over ons heen. Dat is niet uit te houden. Toch ligt er iemand onder deze grill, met transistorradiomuziek. Goeie radio. Terug naar de auto voor we flauwvallen. Slokje water, naar een winkel, naar huis, boterhammetjes, slokje melk. We zijn geheel gaar intussen en blijven verder thuis vandaag. Eekhoorntjes kijken. Slokje bier. Er scharrelt een donsspecht in de eik boven mijn hoofd. Hij hangt op de kop onder een tak, da’s handig voor mij en mijn camera. Slokje bier. Er staat een zacht briesje. We wachten tot het afkoelt. De zon daalt. In het water klinkt geplens: een plaatselijke snoek. Gouden wolken worden zalm-roze, dan cyclaam, dan purper. Als ik postzegels zou verzamelen, zou ik nu aan de 3-penny met Elisabeth II denken, uitgegeven van 1958-1964 in Noord-Ierland.