Dan liever de lucht in.
Door: Jolande
Blijf op de hoogte en volg Germen en Jolande
16 November 2016 | Nieuw Zeeland, Rotorua
Als je bij het openen van dit verhaal rotte eieren ruikt, dan klopt dat. Rotorua stinkt. Germen’s maag is van streek, mijn hoofd doet pijn, dit dorp is vergeven van de zwavelwaterstofgas. En als je dat ruikt is het giftig, leerden wij op onze practica chemie. We zitten midden in de hotspots van het vulkanisch gebied. De meren (en dat zijn er nogal wat) zijn allemaal vulkaankraters. Wij staan aan zo’n meer: het blauwe meer. Die is afgescheiden van het groene meer, omdat er een vulkaan even wat lava tussen propte. Dat schijnt wel vaker te gebeuren. Het groene meer is heilig en daar mag je dus niet zwemmen, het blauwe meer is populair, omdat er ook warme plekken zijn, weer zo’n hotwater beach dus. Gelukkig waren we zo verstandig om niet in Rotorua zelf een camping te zoeken, want dan was het beslist fout met ons afgelopen. Zelfs nu komt de zwaveldamp aan alle kanten uit onze kleren. Dat komt omdat we vandaag wel degelijk naar Rotorua gingen. We hadden een helikoptervlucht geboekt en die zou om 9 uur vertrekken, ijs en weder dienende. Het ijs was er niet, het weder diende niet. We kregen een telefoontje: of we niet later op de dag konden, want dan zou het beter zijn. Nu is de berg in de wolken. Nou, dat kon, want we hadden de hele dag gepland voor deze trip. Dus eerst maar eens boodschappen doen. Daar krijg je de dag niet mee vol. Naar het centrum, er staat op de kaart een orchideeëntuin. En omdat het weer nog niet fantastisch is lijkt ons dat wel wat. Die tuin blijkt opgedoekt. Die heetwaterbaden waar dit plaatsje beroemd om is lokken ons niet zo, vanwege de penetrante geur. Intussen begint het voor de verandering weer eens te regenen. We hebben gisteren genoeg water gezien, we willen niet in de baden, dus duiken we ons meegebrachte huisje in en spelen een spelletje. Daarna klaart het op, we wandelen langs al die stinkende sputterende borrelende poelen en kijken vogeltjes en plantjes. Op de bomen groeit een schimmel die de zwavel blijkbaar wel lekker vindt en het hout mooi oranje doet kleuren. Een uitloper van het meer is wit van de gesuspendeerde zwavel. De meeuwen, eenden en wat er verder nog maar in zwemt heeft nog geen les in gevaarlijke stoffen gevolgd en poedelt er vrolijk in rond. Het blijkt zelfs een vogelreservaat te zijn. Niemand anders wil er wonen, vandaar. Nadat we ook nog de meest bedreigde vogelsoort van Nieuw Zeeland hebben gezien (nee, dat is niet de kiwi, het is een soort valkje, Germen weet er meer van) en onze buikjes van wat boterhammen hebben voorzien, is het eindelijk tijd voor ons uitstapje. Gelukkig is het inderdaad zonnig. Er waait een stevige wind, dus wordt het wat bumpy, maar dat kan de pret niet drukken. En omdat alle andere passagiers te bescheiden zijn mag ik voorin de helikopter naast de pilote, die Nederlandse blijkt te zijn. De tocht gaat naar Mount Tarawera, die 130 jaar gelden is geploft en daardoor vrijwel doormidden is gespleten. Het verhaal gaat dat 10 dagen vóór de uitbarsting er een boot met toeristen (die had je toen ook al) naar de “white and pink terraces” voeren. Die terrassen waren ook van vulkanische oorsprong en je kon er heerlijk baden, wellicht zonder zwavel, maar dat vertelt het verhaal niet. Tijdens die overtocht verscheen er een grote kano met een geest, die met ze meevoer en weer verdween. Iedereen zag de boot, en aan land gekomen werd aan de Maori’s gevraagd wat dit zou kunnen zijn. Die zeiden dat dit een erg slecht voorteken was. Tien dagen later barstte de vulkaan open. Een kilometer hoge pluim lava spoot de lucht in en kwam in het meer terecht. Dat vermengde zich met de bodem en een enorme modderbui regende op de omgeving neer. Er is een verdwenen dorp vlakbij onze camping, dat nu onder de modder ligt. Er kwamen 150 mensen om. De beroemde terrassen verdwenen 60 meter onder water. Het goede nieuws is: als er weer een uitbarsting komt worden we tenminste gewaarschuwd door een kano met een geest erin. Wij bewonderden de krater die de berg inderdaad vrijwel middendoor deelt, keken terug op de meest prachtige zon- en schaduwpartijen op een meer (welk? Het blauwe? Het heilige groene? Het meer van Rotorua?), bliezen uit ons hemd dan wel onze jas, haastten ons terug in de heli en landden in de stromende regen op een ontzettend klein vlotje in het water. Alle lof voor onze pilote die dat zo perfect aan de grond wist te krijgen, ondanks de harde wind. Een paar minuten later is het weer droog. Het is mooi geweest, we willen weg uit deze lucht, terug naar onze camping waar het niet stinkt (maar intussen wel weer regent).
UK: New Zealand Falcon. Maori: Karearea. Latijn: Falco novaeseelandiae. NL: Nieuw-Zeelandse valk. Aantal neemt zorgwekkend af: geschikte woon- en jachtgebieden worden onbruikbaar gemaakt door de mens, ingevoerde dieren vreten de jonge valken op en/of jagen op dezelfde prooi, zwakzinnige pubers (mensen) schieten valken voor de lol dood. Het bekende verhaal: waar wij komen, resteert alleen gras en beton. Maar het regent al een paar uur niet meer, dus alles is okay. O, het begint weer. Maar overmorgen wordt het beter, echt waar.