Met de voeten op tafel
Door: Germen en Jolande
Blijf op de hoogte en volg Germen en Jolande
16 Oktober 2022 | Italië, Gesturi
15 oktober
Gisteravond constateerden we opeens dat we al een hele tijd geen regen hadden gehoord. Dat is goed nieuws. De hele nacht was het ook rustig. Vanochtend nog wat wolken. Weerbericht? Vanmiddag zon. Toch maar niet de hoge bergen in. We hebben geen zin om de mist in te gaan. En dus richten we onze blik naar het zuiden. Er is ergens een tafelberg, met half-wilde paarden erop. Het is bovendien een natuurreservaat. Het luistert naar de schone naam Alto Piano Giara, ook wel Giara de Gesturi. Het is er maar half zo hoog als de Monte Ferru, dus wellicht dat hier de zon wel schijnt. De Pinda rijdt dapper de bergen door, op, neer, links, rechts en dat alles zonder zeeziek te worden. De berg is inderdaad plat van boven, en 43 km2 groot. Er zouden zo’n 500 half-wilde paarden rond moeten lopen. Reken maar uit.
We parkeren hoopvol ons autootje op de parkeerplaats van het park. Van hier af moeten we lopen, net als die vierbeners die we wel zouden willen zien. Voorlopig ziet Germen een zwemmende kever in een ondiepe plas, en een vierpoter, koe genaamd. Op de weg heel veel paardenpoep. Ze moeten er dus wel zijn. Eerst maar eens een broodje. We krijgen onmiddellijk gezelschap van een vijftal kleine bedelaars met scherpe nageltjes, en een paar wespen met scherpe angels, die ook wel wat lusten. We spelen even niet mee.
Maar eens een andere kant op. Dichte maquis met wildsporen, kurkeiken die allemaal met de wind mee zijn gewaaid, een aantal plassen die droog staan. De bodem is helemaal vlak. Aan de kleur van de stenen zie je hoe hoog het water heeft gestaan. Op verschillende plaatsen ligt voer. Het trekt wel belangstelling, maar geen paarden. Dan niet. Het waren twee mooie wandelingen in een bijna surrealistisch landschap. Een paar Zwitsers die we op de parkeerplaats tegenkomen hebben wel paarden gezien, zeggen ze.
Op maar een paar kilometer afstand ligt het grootste Nuraghe complex van Sardinië: Su Nuraxi. Als we hier nu toch zijn kunnen we dat gelijk ook bezoeken. Dat mag alleen onder begeleiding. We wachten geduldig tot de Engels talige tour begint. Germen dood de tijd met vlinderen.
Su Nuraxi stamt uit ongeveer 1500 voor Christus en is dus zo’n 3500 jaar oud. Stenen zijn slecht te dateren, ze zijn zo oud als de wereld. Maar de bewoners van het complex gebruikten houten vlonders in hun torens. En daar kon de ouderdom van worden vastgesteld. Het complex is enorm, met een hoofdtoren, 4 zijtoren, en dan nog een muur met 8 torens. Ze zijn in verschillende fasen gebouwd. Eerst kwam de hoofdtoren. Een eeuw of twee later de vier zijtorens. Die namen toen de verdedigingstaak over. Weer later werd het complex uitgebreid met een 3 meter dikke muur waarin 8 torens verwerkt waren. Die namen de taak over van de 4 zijtorens, die nu voor opslag van voedsel werden ingezet, alle opening afgesloten doordat er een extra muur om het geheel heen werd gebouwd. Het wordt ons allemaal keurig uitgelegd aan de hand van tekeningen en schema’s. We klauteren rond, mogen naar binnen, zoals dat 3500 jaar geleden gebeurde, door smalle openingen en trappen. We verbazen ons over de enorme stenen die gebruikt zijn, sommige bijna manshoog. Allemaal los gestapeld. Een deel staat nog steeds overeind. Er lag een heel dorp omheen, allemaal hutjes, ook van dikke rotsblokken. De daken zijn verdwenen. Die waren, denkt men, van hout. We gaan maar niet meer naar het museum, waar alle vondsten van brons en steen tentoongesteld zijn. Genoeg oudheden voor vandaag, terug naar het heden. De temperatuur is opgelopen tot 30 graden, de lucht is wolkeloos. Wellicht kunnen we dan toch morgen nog de Monte Ferru op? Schiet de beer niet voor je hem gezien hebt, en wed niet op onbetrouwbare paarden.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley