Al wéér mazzel - Reisverslag uit Timaru, Nieuw Zeeland van Germen en Jolande Postma-Schoemaker - WaarBenJij.nu Al wéér mazzel - Reisverslag uit Timaru, Nieuw Zeeland van Germen en Jolande Postma-Schoemaker - WaarBenJij.nu

Al wéér mazzel

Door: Germen

Blijf op de hoogte en volg Germen en Jolande

20 December 2016 | Nieuw Zeeland, Timaru

[Na drie dagen zonder WIFI]

Zo storm- en regenachtig als het op Stewart Island was, zo rustig en zonnig is het vanochtend als we in Dunedin aan boord stappen van de M.S. Monarch. Het is een oud houten scheepje, de naam hangt samen met de troonsbestijging van de huidige koningin van Engeland, die natuurlijk ook koningin van Nieuw Zeeland werd. Vorig jaar is de Monarch nog op de werf geweest voor een onderhoudsbeurt. De dame van de kassa vertelt ons dit allemaal, waarschijnlijk om te voorkomen dat we bang worden om op zo’n oud schip te varen. Ze hoeft zich geen zorgen te maken. We stappen vol vertrouwen aan boord en gaan meteen op de beste plaatsen zitten, op de enige bank op het voordek waar kussens op zitten.
De “haven” van Dunedin is een 22 km diepe* inham, vrijwel van de oceaan afgesloten door een zandbank die voortdurend aandacht nodig heeft, en een baggerschip, om te zorgen dat hij de uitgang niet helemáál afsluit. Bovendien moet er een vaargeul op diepte worden gehouden voor de containerschepen. Er staat bijna geen wind. Het water is dus erg vlak en zo blauw als een dwergpinguïn, je kunt je niet voorstellen hoe mooi ik dat vind. Met de zon er op en zo. We varen zeewaarts en horen van alles over Dunedin. De eerste Europeanen die hier kwamen, waren pelsjagers en walvisvaarders, die zich niet vestigden maar wel wat handel dreven met de Maori’s. De Maori’s werden massaal ziek van de mazelen, waterpokken, griep, noem maar op. Een afschuwelijke tijd moet het voor ze geweest zijn. Later kwamen er kolonisten, veelal boeren die in Schotland van hun land waren gezet. Een afschuwelijke… O, dat had ik al gezegd. Ze vestigden zich eerst halverwege de inham, in Port Chalmers, later ontstond het huidige Dunedin, zo ver mogelijk landinwaarts. Dun-edin betekent hetzelfde als Edin-borough. Wát het betekent, weet ik niet. Stad van Edin? Burcht van Edin? Maar wie was Edin? Iets voor een prijsvraag, denk ik: wie de leukste betekenis verzint, krijgt een eervolle vermelding. De verliezers worden eerloos beschimpt, uiteraard: caveat emptor.
Diverse soorten nijverheid zijn ooit bedreven langs de oevers van de baai; vandaag is het water hartstikke schoon en helder ondanks een kunstmestfabriek. Het is erg ondiep: bij laag water vallen er hele stukken droog, en dus zitten er ontelbare schaal- en schelpdieren en kleinere wriemels. Voer voor vis, met name voor jonge vis. Overal zien we vissers: meeuwen, sterns, aalscholvers, zelfs een lepelaar, en ook een bootje met drie mensen er in, met hengels. Die willen graag volwassen vis, neem ik aan. De plaatselijke visvereniging kweekt zelf jonge zalm, en zet er elk jaar een waanzinnig aantal van uit. Die zwemmen de oceaan in om groot en sterk te worden, en keren dan terug, alsof ze liever als postduif ter wereld zouden zijn gekomen. Dan proberen de leden van de visvereniging om ze allemaal weer te vangen.
Met dit soort verhalen, nu en dan onderbroken door een dwergpinguïn, bereiken we de monding van de baai, en daar zien we de eerste albatrossen al. Twee witkapalbatrossen, de soort die we al eerder zagen, en één Zuidelijke koningsalbatros (ZKA). Koningsalbatrossen zijn de grootste soorten, met een vleugelwijdte van meer dan drie meter. Ze blijven liefst op de open oceaan; de ingesloten baai is niet hun soort plek. Deze ZKA is waarschijnlijk achter een vissersboot aan gevlogen, vanwege de over boord gegooide resten van de vangst, en de twee witkappen net zo. Het is haast windstil, en albatrossen vliegen veel liever op een halve storm. Dus blijven ze lekker zwemmen, met hun buik vol. De schipper koerst naar ze toe, en ze zwemmen net ver genoeg weg om boven ondiep water te komen. Een lange snavel hebben ze al.
Waar de baai de oceaan vindt, vinden we een kolonie Noordelijk koningsalbatrossen (NKA). Die broeden hier: de enige A die het op de bewoonde wereld doen**. Alle andere, en ook de meeste NKA, beperken zich tot de kleinste, kilste, winderigste eilandjes die ze maar kunnen vinden, liefst in de zuidelijke poolzee. Ze hebben wel wat struikjes en grasjes nodig voor hun nest, dus op kale rotsen doen ze het niet. Dat bleek toen één van de NKA-kolonies op zo’n miezerig koud afgelegen eilandje door een verschrikkelijke storm alle vegetatie kwijt raakte. De arme vogels probeerden het met steentjes en schelpen, maar het aantal jongen dat ze met succes groot brachten, was maar een zesde van het normale aantal, en dat bleef decennia lang zo. Des te beter is het dus, dat er hier op het Zuider-eiland een beschermde NKA-kolonie is. We zien de witte koppen boven het gras uit steken: er zijn 35 nesten met broedende vogels. Er loopt een man met een bosmaaier tussen, dat schijnt geen probleem te zijn. Het lijkt maar een klein mannetje naast de enorme albatrossen. Hij is van de vogelbescherming, maar ik vraag me af of de broedende vogels dat weten. Ze doen er tot september over om hun jong zelfstandig te krijgen, nadat ze 80 dagen op het ei hebben gezeten, pa en ma om de beurt, steeds een dag of vier, zonder eten of drinken. Nu het niet waait, kan de aflossing niet plaatsvinden.
Wat verder de zee op vinden we nog veel meer soorten vogels. Vlinderpijlstormvogels (Pakaha), en een Noordelijke Reuzenstormvogel, die de Maori’s veel eenvoudiger Pangurunguru noemen. Ze hebben hier ook aalscholvers die in drie kleurvormen voorkomen, net als op Stewart Island. Recent is gebleken dat het een aparte soort is. Nu heten ze hier dus Otago Shag en niet meer Stewart Island Shag. Leuk hè? Weer een soort er bij, hoef ik niets voor te doen behalve op een knopje drukken.
Het wordt nog leuker. Er worden dolfijnen gesignaleerd, en wel hele bijzondere. Hector’s dolphins, zegt de schipper. Klein, een hele troep, en ze gaan surfen op onze boeggolf. Kijk, dat is weer een hele andere reden om over de railing te hangen.
Tenslotte moeten we terug. We stappen af op een steiger dicht bij de oceaan, want van hier uit gaat het met de bus. Die brengt ons naar een kolonie geeloogpinguïns. Die leven hier, als ze aan land zijn, in een beschermde omgeving waar de ingevoerde roofdieren voortdurend worden bestreden. We krijgen eerst uitleg, en gaan ze dan bekijken na een ritje in een behoorlijk oude bus over een behoorlijk slechte weg***. Eerst lopen we nog even met een omweg, langs bewoonde nestkasten met dwergpinguïns, en met prachtige uitzichten over strand en rotskust en zee. Jong-volwassen pelsrobben spelen in de branding en rusten uit in een zeewater-jacuzzi. Er zijn loopgraven tussen de nesten, zodat je op ooghoogte kunt kijken, en zodat de pinguïns denken dat je niet groter bent dan de afstand tussen 2 planken, en dus veel kleiner dan zij zelf. Dat is genoeg om hun angst weg te nemen, en ze broeden hier prima. Helaas vissen ze overdag meestal, en vandaag doen ze dat toevallig allemaal. We zien dus alleen een kuiken. Het is al op volwassen grootte, maar nog met bruin dons bedekt. Gelukkig (hm) is er een pinguïnziekenhuis op het terrein, en hier bekijken we twee volwassen vogels. Allebei gewond, mank en een tikje zielig, maar aan de beterende hand.
Nou, dat was het. In de bus terug naar Dunedin, naar de unit. En als een speer weer de baan op, want het is nog een gezegend eind naar Auckland. De étappe van vandaag voert langs de beroemde idiote ronde rotsblokken bij Moeraki. Je ziet meteen dat je in Kiwiland bent, zoets geks kan nergens anders bestaan. Het is er winderig en bewolkt, dus we trekken verder. Langs de kust, de weg is goed, het schiet lekker op. We stoppen even nadat we een extra lange brug hebben gehad. De zon is er weer. Dan een camping kiezen. Deze? Okay, deze. Overheerlijke lamscurry, mjam. Smak. Slrrrrp. En afwassen, en de zithoek verbouwen tot bed. Trusten.
*: Het water is niet 22 km diep; de afstand van de open zee tot het eind van de baai bedraagt 22 km. Of dacht je dat al?
**: Ze doen het pas sinds na de oorlog. Ze willen geen bomen, en die waren al gekapt om plaats te maken voor gras en veeteelt. De boeren moesten ophouden toen defensie de plek claimde voor zoeklichten en geschut; na de oorlog werd ook dit allemaal gestaakt. QED.
***: Gisteren niet zeeziek geworden want door de lucht gereisd. Ook niet luchtziek geworden, dankzij de prima piloot. Nu proberen ze me wagenziek te maken. Leuk hoor.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Nieuw Zeeland, Timaru

Germen en Jolande

We zijn natuurliefhebbers, net als bijna iedereen, en we lopen en fietsen graag met een fototoestel om onze nek over mooie stukjes van het aardoppervlak. We hebben heel veel vrienden waaronder ook familieleden, maar we doen niet mee aan sociale media - behalve Waarbenjij.nu.

Actief sinds 27 Aug. 2011
Verslag gelezen: 454
Totaal aantal bezoekers 197491

Voorgaande reizen:

29 Juni 2023 - 24 Juli 2023

Cornwall Devon Somerset

01 Oktober 2022 - 27 Oktober 2022

Sardinië 2022

01 Juli 2018 - 23 Juli 2018

North Carolina, California, Oregon 2018

31 Oktober 2017 - 23 November 2017

Florida november 2017

04 Mei 2017 - 24 Mei 2017

Zuid-Europa, Voorjaar 2017

02 November 2016 - 29 December 2016

Nieuw Zeeland 2016

13 Augustus 2016 - 28 Augustus 2016

Frankrijk 2016

18 Mei 2016 - 22 Mei 2016

Rome 2016

01 April 2016 - 06 April 2016

Ierland 2016

17 Juli 2015 - 08 Augustus 2015

Noord Engeland 2015

09 September 2013 - 29 September 2013

Hongarije 2013

31 Augustus 2011 - 26 Oktober 2011

Canada en de Verenigde Staten, West

Landen bezocht: