Vrijdag 10 november – Naar de matinee
Door: Germen
Blijf op de hoogte en volg Germen en Jolande
10 November 2017 | Verenigde Staten, Apollo Beach
Blasé, van al die vogels: nauwelijks had ik er eentje bedacht die ik wel zou willen zien, of hij was al gekiekt. Sterker nog: Jolande bladerde een beetje in wat gidsjes, en klik! Daar was een Rode Lepelaar, en een Roodhalsreiger – ik wist niet eens dat die bestond. Dus ik dacht, gisteren: okay, als het allemaal zo makkelijk is: doe me dan maar een Koerlan. Dat is een vogel uit de familie der Aramidae, die valt binnen de orde der Gruidae, oftewel de Kraanvogelachtigen, en ik had nog nooit een Koerlan gezien. Jullie wel, natuurlijk. In Artis of zo. Enfin, ik vertel Jolande dat het ding hier Limpkin heet, en het lukt me om haar ervan te overtuigen dat ik dat serieus meen. Limp = slap, week, krachteloos, nergens zin in. Kin = geen onderdeel van de anatomie van de vogels. Maar ze bladert even achter in die gids, en zegt: Myakka River State Park. Uurtje rijden. I ask you: what’s a guy gonna do with a gal like that?
We vertrekken ditmaal pas na de spits. Bij de ingang van het park zegt de dame van de kassa: I’ll give you a map. Dat lijkt me fijn. Could you please put an X on it where the Limpkin are, Ma’am? Ze knippert niet met de ogen en antwoordt dat er een vogel-expert aanwezig is bij de Birdwalk, dat is een Boardwalk met Birds, een mijl of vier down the road. We rijden het park in en stoppen al na een have mijl bij een prettige natte plek met allerlei wadende vogels. Witte Ibissen, een bruin soort eenden, Kaalkopooievaars, Alligatori, en verdomd: Koerlans. Jolande had het recent over Steltkluten, nou die zitten hier ook. En daar, op die tak, zit een Roodschouderbuizerd te schreeuwen. En die ene Ibis, die zwarte…. Dat is een Glossy Ibis, schat, die zagen we op Lesbos ook. Maar hij is Zwart. Ja, dat klopt, want het is bewolkt, en in het Nederlands héét hij ook Zwarte Ibis. Ze hebben natuurlijk gedacht: als er ooit eentje in Nederland opduikt, zal niemand kunnen zien hoe mooi hij glanst.
Blasé word je er van. Verder rijden dus maar. Er is een wandelingetje door het woud, waar prachtige slierten mos van de bomen neerhangen. Het is surrealistisch en heel stil, maar qua dieren levert het niks op. Geen Bobcats, geen uilen, niet eens een psalmzanger. Dan is er een Canopy Walk. Canopy = boomkruinen. Niet dat je hier in de VS in een boom zult klimmen: de bomen hebben hier geen nooit-omwaai-certificaat. We klimmen omhoog in een ‘lage‘ houten toren, lopen over een wiegende smalle houten hangbrug naar een andere toren. De bomen zitten vol epifyten. De tweede toren is veel hoger, en ik kijk uit over het bos en over de open vlakten bij de Myakka River. Jolande is iets eerder gestopt: de 25 m hoge smalle toren wiebelt haar teveel. En ik ben de zeeziekte-helft van ons twee. Zoek het maar uit. Geen vogels hierboven.
Een kopje koffie uit de aangeschafte thermoskan en verder het park in, in de Chrysler. O kijk! Kraanvogels! Sandhill Cranes, je weet wel, die zagen we bij Vancouver ook, in 2011, en bij Yellowstone weer. We bereiken de Birdwalk, maar de ornithologische Ranger is net bezig pleite te gaan. Wel zien we nóg een paartje Kraanvogels. De andere vogels komen ons ook bekend voor, inclusief de Koningssterns. Ranger? Niet nodig. Er verschijnt echter toch een Ranger (op zoek naar de eerste), en die meldt dat de Cranes hier heel bijzonder zijn. Er komen nog hordes gewone maar die zijn er nog niet; dit zijn overblijvende (Antigone canadensis pratensis), en ze broeden hier, niet in Canada. Ze zien er exact hetzelfde uit, en als de andere er zijn, zie je de aparte niet meer, dus jullie hebben mazzel. Zucht. Helaas, gaat de man verder, de eenden zijn er nog niet, die verwachten we binnenkort. Gelukkig, denk ik bij mezelf. Eindelijk een leeg presenteerblaadje. Of zouden die bruine, aan het begin…. We lopen terug langs de Boardwalk en er strijkt een hele troep Glossy Ibis neer, zeker wel honderd. We sluipen er naar toe, er staan perfecte dikke bomen. Klik.
We picknicken helemaal aan het eind van de weg, en zien geen vogels behalve een Europese tortel, dus rijden we terug. Nog even een stop ter hoogte van die aparte Kranen, voor een betere foto, maar dat mag niet van de plaatselijke squirrel, die met volle mond praat. Je rijdt lekker langzaam in die parken, want dat moet, en we stoppen hier en daar bovendien nog even. Ze gaan hier morgen een halve marathon lopen, overal staan tafels en kratten met bronwater, en bordjes: mijl zoveel. Een dame meldt dat er links tussen de bomen een hert loopt. Dat klopt. Klik. Ik probeer het op mijn beurt uit te leggen aan een stel dat in een knalrode Ford Mustang rijdt, maar dat lukt pas als ik over ga op Duits. Ein Hirsch, da rechts im Wald. Jolande meent dat het een White-tailed Deer moet zijn, maar ik fotografeer een hinde met een zwarte staart. Ja, maar die doet ze omhoog en dan…. Ja, ja.
Een halve mijl vóór de uitgang stoppen we weer waar we dat ook aan het begin deden. Nu schijnt er een waterig zonnetje. Veel betere Limpkins en Kaalkopooievaars, en méér van die eenden. Twee soorten zelfs. O nee: het zijn volwassen vogels en jongen, de jongen hebben nog geen rode snavels. (Noot: dat ontdek ik ’s avonds pas, in de boeken).
Nu is de dag half om, ruim. Maar we zijn nog niet moe. We hebben inmiddels gesnapt dat je geen Highways moet hebben maar Freeways, en we zoemen naar het Noorden, naar Apollo Beach, waar een prachtige elektriciteit-centrale staat. Daar stoppen we, want hier is ’s middags een bijzondere voorstelling. Gratis, dus dan moet je wel, als Hollander. Er treden Lamantijnen op. Nee, dat zijn geen mannen die in het Latijn lamenteren; die zoek je maar in de orthodox-katholieke kerk, waar ze Gregoriaanse muziek maken, à capella, en met een zwevende en middelpuntzoekende melodische lijn. Nee, Lamantijnen zijn iets anders. Zonder zwembroek. Na afloop kopen we per vergissing een ijsje, dat we bij de eerste de beste vuilnisbak terug doen in de kringloop der tijden.
Daarna alleen nog maar Freeway, Interstate 75 South. De auto presteert vandaag 34 mijl per gallon. Ik kan zoveel verschillende gegevens zichtbaar maken op het dashboard dat het haast even gevaarlijk is als telefoneren. Nog één biertje buiten, dan wordt het kil en donker en er komen van die vliegende beestjes die zijn uitgerust met een snoerloze boormachine.
-
11 November 2017 - 10:40
Hannes Op Den Berg:
Hier vliegen sinds vorige week geen beestjes meer, want het heeft, hou je vast, een graad gevroren. Het hele bos ligt vol dooie bladeren en dooie takken en dooie beesten, maar gelukkig stuurt de gemeente dan een grote dieseltractor er op uit om blad te blazen. In het bos ja. Anders gaat het maar schimmelen, dus we noemen het de schimmeldiesel. Wij zijn enorm grappig hier.
Even een technische onderbreking: Ik ontvang nu de melding (per e-mail) van jullie fijne verslagen op drie e-mail adressen. Kan ik daar wat aan doen!!?? Of jullie?
Het enige echte e-mail adres is die hierboven, hans_postma@kpnmail.nl.
-
11 November 2017 - 13:50
Germen En Jolande Postma-Schoemaker:
In onze lijst stond je 2 x. De ene is verwijderd. hans_postma@kpnmail.nl is behouden. Je kunt jezelf altijd uitschrijven als je berichten niet meer wilt ontvangen. En als je helemaal niets meer ontvangt even een e-mailtje naar mijn e-mail adres en je wordt weer toegevoegd aan de lijst. -
11 November 2017 - 16:10
Germen En Jolande Postma-Schoemaker:
Het is, kan ik U melden, onmogelijk om je voor te stellen dat het een graad vriest in een Veluws bos, als je zelf een graad boven je smeltpunt zit in Florida. Het is écht de Nieuwe Wereld op zo'n moment. -
11 November 2017 - 22:11
Imme:
Mooi die kraan en die rode lepelaars.
Hier zitten alleen soeplepelaars. door paplepelaars ingegoten.
Droog wil ja ook niet.
Een rode lepelaar
at met zijn lepel aar.
"Dit is niets voor lepelaars,
ik lap dit aan mijn lepe laars!"
-
11 November 2017 - 23:41
Germen En Jolande Postma-Schoemaker:
Die tortel bij onze picknickplek blijkt bij analyse van de foto een Antilliaanse treurduif te zijn. Dat kan feitelijk niet, want sinds 1950 is die maar 10 x waargenomen in Florida en dan nog meestal op de Keys, dus helemaal in het zuiden. Ooit was hij overal in Florida talrijk, maar hij smaakt lekker.
Ik zal de foto opsturen naar een plaatselijke club, dan hoor ik vanzelf of het waar kan zijn, en ik doe hem ook bij de foto's van deze dag. Kunnen jullie mee kijken. Tot dusver zijn mijn twee zeldzaamheden genadeloos neergesabeld door de experts, maar dat was in Nederland. -
12 November 2017 - 14:04
Corry:
Wat een gigantische hoeveelheid vogelsoorten. Kan me voorstellen, dat je daar blasé van wordt. Jullie zijn als het ware in het vogelparadijs beland. Volgens mij zijn jullie bijna uitgevogeld na deze vakantie.
Wat is het voor een dier in het water, ik kan er niks van maken, maar misschien ligt dat aan mijn analfabetisme wat fauna betreft. -
13 November 2017 - 00:18
Germen En Jolande Postma-Schoemaker:
Nee, Corry, een echte vogelaar raakt nooit uitgevogeld. Nou ja, ooit komt er natuurlijk wel een eind aan, maar daar gaan we nu niet over jeremiëren. Mijn ogen doen het nog prima, want ik geef ze de kost.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley